Na de uitspraak van de Utrechtse PVV-lijsttrekker Henk van Deun over het afbranden van een moskee in Utrecht, is er wéér een PVV’er in opspraak geraakt. Het gaat dit keer om een kandidaat-raadslid voor de PVV in Almelo, die spreekt van ‘Marokkaans tuig’. Gemeenteraadslid Ugur Çete van de gelijknamige partij Lijst Çete vindt dat deze uitspraken het gebrek aan niveau, kwaliteit en beschaving blootlegt.
Volgens RTV-Oost heeft het kersverse kandidaat-raadslid Patricia Pol het op Facebook over “Marokkaans tuig” en noemt ze de burgemeester van Arnhem Ahmed Marcouch een ‘kneus van een moslim’. Pol heeft de berichten in aanloop naar de verkiezingen in maart verwijderd van haar Facebookprofiel, maar de lokale nieuwszender RTV-Oost heeft de hand weten te leggen op een deel van de uitspraken.
Hoewel het PVV’ers van hogerhand op het hart worden gedrukt om zelfcensuur toe te passen op sociale media, hebben oplettende mensen toch een deel van haar islamofobe meningen weten vast te leggen alvorens ze verwijderd werden. Zo hield ze na de rellen in Brussel een tirade via haar Facebookprofiel: “22 agenten gewond. Aangevallen door Marokkaans tuig. Massale vernielingen, plunderingen en brandstichtingen door Marokkanen uit België en Nederland” en zei ze over de benoeming van Marcouch tot burgemeester van Arnhem “Deze kneus van een moslim wordt de nieuwe burgemeester van Arnhem”.
Wie het oneens zijn met haar worden uitgemaakt voor rotte vis, volgens RTV-Oost. Haar motivatie om de politiek in te gaan blijkt evenmin zuiver en constructief “Het zijn de misselijkmakende journalistieke leugens en de smerige politiek, waardoor ik mij gedwongen voel de politiek in te gaan.”
Patricia Pol zelf wil niet reageren en ook de PVV-campagneleider voor Overijssel Jeanet Nijhof houdt het kort door te zeggen dat de partij enkel heeft geadviseerd om voorzichtig met sociale media om te gaan.
Pol is niet de eerste PVV’er die in opspraak is geraakt. Wilders zelf omgeeft zich al jarenlang met prominente figuren uit de islamofobie-industrie en ontvangt zelfs jarenlang financiering van de David Horowitz Freedom Center, een extreemrechtse pro-israëlische club dat bekend staat als één sleutelorganisatie in het verspreiden van moslimhaat in het westen. In December raakte de PVV in opspraak met de Rotterdamse lijsttrekker Geza Hegedus, waarvan later bekend werd dat hij racistische uitlatingen had gedaan op sociale media. Ook de Utrechtse fractievoorzitter Henk van Deun zorgde voor een zelfontbranding binnen de PVV, door te stellen dat hij het liefst de ULU-moskee ziet afbranden. Naar eigen zeggen ‘bij wijze van spreken’. Tegen van Deun is aangifte gedaan door mensen uit het hele land, evenals door het moskee-bestuur. Ook door de nieuwe lijstduwer in Den Haag, de BN’er Henk Bres, verliest de PVV steeds meer haar gezicht. Henk Bres schreef in een Tweet in september 2017 “*Fucking cancer muslims* klinkt mij beter in de oren… #Tyfuslui #Walgelijk“. Zijn Tweet was een reactie op een Tweet van een vertrouweling van Geert Wilders, Gert Jan Mulder die schreef “Fucking muslims”.
Gemeenteraadslid Ugur Cete uit Almelo zegt dat deze uitspraken het gebrek aan kwaliteit, beschaving en niveau bij de PVV blootlegt: “Vanwege het gebrek aan inhoud bij de PVV, trekt deze partij zulke inhoudsloze kandidaten aan die niets constructiefs bijdragen aan de samenleving. In een tijd waarin islamofobie en discriminatie overal de kop opsteken, mede dankzij de PVV, kunnen wij in Almelo trots zijn op hoe constructief lokale politici hier met elkaar omgaan, in tegenstelling tot plaatsen waar partijen als de PVV steeds meer aan invloed beginnen te winnen. De uitspraken van dit kandidaat-raadslid passen als een puzzelstukje in het rijtje van andere islamofobe politici die het liefst een moskee zien afbranden of een geloofsgemeenschap betitelt als een terminale ziekte. Wij als Lijst Çete veroordelen zonder voorbehoud iedere vorm van uitsluiting, stigmatisering, discriminatie en aanzetten tot haat en geweld. Dit kan en mag niet de norm zijn, niet in Almelo en niet in de rest van het land“.
Andere Almelose gemeenteraadsleden distantiëren zich van de uitspraken en zeggen dat dit niet de manier is om met elkaar te communiceren. Zij vinden dat dit soort uitspraken niet thuishoren in de raad en hopen dat de kiezers beseffen wat ze boven het hoofd hangt als ze dit soort mensen in de raad stemmen.