De Turkse consul in Karlsruhe heeft contact opgenomen met één van de drie gearresteerde Turkse mannen die beschuldigd worden van het bespioneren van landgenoten in Duitsland voor de Turkse inlichtingendienst, terwijl een ander, ook met de Turkse nationaliteit, een ontmoeting met de consul heeft geweigerd. Dat verklaarde een Turkse functionaris tegenover de Turkse krant Hurriyet.
Twee van de gearresteerden hebben Turkse paspoorten, terwijl de derde zijn Turkse nationaliteit in 2005 had ingeleverd, volgens de functionaris. Ook is er een advocaat toegewezen aan de zaak en zal de Duitse Officier van Justitie de beschuldigingen volgende week in heldere details onthullen.
De drie mannen werden eergisteren aangehouden op verdenking van spionageactiviteiten.
Het federaal parket zei dat twee van de verdachten – in lijn met de Duitse regels voor privacy alleen als Mohammed Taha G. en Göksel G. worden aangeduid- op 17 december zijn gearresteerd op de luchthaven van Frankfurt. De derde man, Ahmet Duran Y. werd gearresteerd in zijn huis in het Westen van Duitsland.
Muhammed Taha G. wordt beschuldigd van het leidinggeven aan de andere twee “spionnen”. Ze zouden informatie voor hem inwinnen over Turken in Duitsland, evenals hun “organisatiestructuren”, verklaarden de officieren van justitie.
Ze zeiden niet wanneer de vermeende spionage plaats vond, maar wel dat de arrestatiebevelen werden uitgevaardigd op 11 november. De verdachten worden in voorlopige hechtenis gesteld, in afwachting van de mogelijke aanklacht.
Turkse ambtenaren, die Hürriyet spraken op voorwaarde van anonimiteit, zeiden dat de drie verdachten geen banden hebben met MIT [Milli Istihbarat Teskilati/Turkse Inlichtingen Dienst] of het Ministerie van Algemene Zaken. Dezelfde bronnen benadrukten dat de arrestaties, kort na beschuldigingen van aan de terreurgroep PKK gelieerde mediakanalen volgden, dat de Turkse NGO Tika gebruikt zou worden door MIT agenten om te werven in Duitsland.
In augustus, heeft Turkije de Duitse ambassadeur op het matje geroepen en eiste een verklaring over een rapport in een Duits tijdschrift, dat de Duitse buitenlandse inlichtingendienst Turkije, een NAVO-bondgenoot, als een doelwit voor spionage had aangemerkt. Duitse ambtenaren weigerden destijds om het rapport te bevestigen.