Home Opinie Media spelen DENK in de kaart

Media spelen DENK in de kaart

Het NRC Handelsblad publiceerde op 7 maart jongstleden een artikel getiteld “Kamerleden bedreigd na ‘intimiderende’ Denk-filmpjes”, dat gaat over filmpjes van DENK waarin het stemgedrag van Kamerleden van Turks-Nederlandse komaf naar voren wordt gebracht. Sinds de oprichting van de partij DENK hebben zij niet verlegen gezeten om media-aandacht. Wat is er gedaan met de oproep van DENK-voorzitter Selcuk Ozturk die zei “Maak DENK maar overbodig”? Een korte terugblik.

Advertentie

Wat de beweegredenen van Nederlandse journalisten zijn om buitensporige aandacht te vestigen op een partij die even groot is als de SGP, is mij onbekend, maar ik denk dat het gerechtvaardigd is om te stellen dat ze DENK geen schade berokkenen, maar dat ze de achterban van DENK juist naar de stembussen drijven.

Monddood

Het artikel ‘Het voelt alsof we monddood gemaakt moeten worden’ voelt surreëel aan, zeker wanneer we in ogenschouw nemen dat het gaat over de aandacht die Turkse media hebben gehad voor Nederlandse Kamerleden over onderwerpen die ook en vooral Turkije aangaan. Dat DENK’ers spreken voor Turkse media doet niets af aan het feit dat het een peuleschilletje is in vergelijking met de buitensporige negatieve aandacht die DENK krijgt van Nederlandse media. We zagen het met de filmpjes, met WNL, met diepgravende onderzoeken naar trollen, partijfinanciering, de persoonlijke financiële situatie van de partijvoorzitter en we zien het aan de haat die de partij over zich heen krijgt vanuit zowel links als rechts, als gevolg van deze reportages. Geen enkele partij in Nederland kwam in een kort tijdsbestek onder zo’n groot zoeklicht te liggen als DENK, zelfs niet de partij die pleit voor het deporteren van hele bevolkingsgroepen. De partij wordt, gespeend van bewijzen, verweten een lange arm te zijn van en er wordt simpelweg niet gekeken naar hoe DENK eigenlijk een product is van de politieke tekortkomingen bij andere partijen en een pers die stelselmatig rechts-extremistische ideeën normaliseert of rechtsextremisten een menselijk gezicht geeft. Kijk alleen al naar de reportage van Jinek over de katten van Wilders. Of naar de recente gespeelde ophef op WNL met het intrekken van het aangeboden gasthoofdredacteurschap van DENK-voorman Tunahan Kuzu, omdat hij zich met media zou bemoeien. Terwijl een dag later Thierry Baudet, die zei de NPO te willen saneren, doodleuk als gasthoofdredacteur mag aanschuiven. Het rechtse electoraat wordt opgezweept, DENK pakt ook punten onder het eigen electoraat vanwege de hypocrisie bij WNL, en de waarheid, die sneuvelt.

Selcuk Ozturk zei het vlak na de oprichting van de partij: “Maak DENK maar overbodig”. Nu, een lange tijd verder, zijn er geen pogingen te ontwaren bij politiek en pers om DENK overbodig te maken, door te luisteren naar mensen uit de electorale vijver waaruit men vist. Deels, omdat men denkt dat er stemmen te winnen valt door het appeasen van rechtse kiezers. We zien dit bij de SP, maar ook bij partijen zoals de PvdA. Lodewijk Asscher weigert tot op de dag van vandaag excuses aan te bieden voor de schade die hij heeft aangericht met Motivaction-gate. Argos TV maakte daar een onthullende aflevering over.

Oriëntalisme

De klassieke weeeffout die wordt gemaakt in het artikel van Adriaanse is dat hier Arabisten gevraagd worden om een Nederlands woord in een Nederlandse context te vertalen naar het Arabisch en in een islamitische setting. Los van cultuurverschillen tussen de Arabische en Turkse wereld, is dit natuurlijk een vorm van onversneden Oriëntalisme. De Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward W. Said omschreef Oriëntalisme als dat “De Oriënt en de islam een buitengewone status heeft dat buiten het bereik ligt van iedereen behalve de westerse expert. Vanaf het begin van westerse speculatie over de Oriënt, was het enige dat de Oriënt niet kon doen, zichzelf vertegenwoordigen.” Bewijs van de Oriënt droeg volgens Said alleen geloofwaardigheid als het “Succesvol werd gehard door het zuiverende vuur van de Oriëntalist“. Een Nederlandse situatie rechtstreeks vertalen naar een Arabische, is hier een sterk staaltje van.

Populisme als zuurstof voor de kiezer

Het electoraat dat zich nu achter DENK schaart, dat jarenlang is geschoffeerd en in de steek gelaten door partijen zoals SP, GroenLinks, D66 en de PvdA – denk daarbij dan aan Motivaction-gate of het nieuw hervonden nationaal Socialisme van de SP – voelt zich met recht niet vertegenwoordigd door andere partijen en blijven weg bij de stembus of brengen een proteststem uit op DENK. Gaan de drie zetels van DENK in de Tweede Kamer een verschil maken, denken zij? De kiezer weet dat het in beleid geen verschil zal maken, maar vertegenwoordiging voor hen in de Tweede Kamer, door een partij die hun zorgen verwoordt, biedt soelaas, een scheutje koelvloeistof voor een oververhitte motor. Er staat voor hen eindelijk iemand die ongehinderd kan verwoorden wat er leeft. Het populisme komt er dan nog achteraan en is de bekroning van dat theaterstuk, waarmee de eigen achterban van zuurstof wordt voorzien. Ik denk eerlijk gezegd dat de uitgerangeerde Geert Wilders, die zijn electoraat steeds maar weer de uitgekauwde anti-islam retoriek opdient, op zijn knieën dankbaar mag zijn dat DENK bestaat. Door DENK is de PVV ook weer relevant geworden en heeft het een nieuwe marketingstrategie gevonden waarin het zich tegen opgepompte angsten kan afzetten.

Zihni de populist

Dan naar Zihni. Is GroenLinks-Kamerlid Zihni Ozdil werkelijk het heilige boontje dat door de grote boze Turkse media wordt verteerd of is het een manier om sympathie te vergaren over de rug van de Turkse gemeenschap en DENK? Ozdil doet zelf regelmatig populistische uitspraken en speelt in op anti-islam sentimenten in de samenleving. Zo noemde hij eens islamitische uitingen “Ya Allah, bismillah, Allahu Akbar” een standaard pro-Erdogan leus en maakte hij een vergelijking met de nazi-leus ‘Sieg Heil’, ronduit een schoffering voor moslims die ook deel uitmaken van deze samenleving. Ozdil weet heel goed dat hij de spot drijft met islamitische uitingen en maakt populistisch gebruik van die valse frames voor electoraal gewin. Wie DENK van populisme beticht, en dat is DENK ongetwijfeld, dient de speld ook eens in eigen been te prikken en in de spiegel te kijken. In het geval van Ozdil zou het hem sieren om uit zijn slachtofferrol te kruipen en te erkennen dat niet alleen DENK, maar ook Kamerleden zoals hijzelf bijdragen aan de groeiende onverdraagzaamheid en polarisatie in de samenleving.

Als men zo in de maag zit met een politieke partij met slechts drie zetels, ligt er een taak voor zowel pers als politiek. Luister naar wat de mensen te zeggen hebben, naar wat ze beweegt en wat hun dromen zijn voor deze samenleving. Om in de woorden van Ozturk te spreken: “Maak DENK maar overbodig”.